< >
Facebook Twitter Email

Fysiotherapiepraktijk CG

28-01-2015 Wat is artrose?

Van artrose hebben de meeste mensen weleens gehoord, maar als je ze zou vragen wat het nu precies is, zullen ze niet altijd het juiste antwoord geven. Veel mensen denken namelijk dat artrose botontkalking is. Maar dat is niet waar. Botontkalking is osteoporose en dan wordt het bot juist brozer. Bij artrose neemt de dichtheid van het bot onder het kraakbeen juist toe als reactie op het verlies van kraakbeen.


Artrose is de meest voorkomende vorm van reuma in Nederland. Ruim 1,2 miljoen mensen hebben artrose. De ziekte begint met pijn die geleidelijk ontstaat, vooral als iemand een gewricht beweegt of belast. Ook stijfheid is een klacht die veel voorkomt bij artrose. Bij osteoporose hebben mensen vaak geen pijn en wordt het pas opgemerkt als iemand een bot breekt. Van de botontkalking zelf, voelen mensen meestal niets. Bij beide aandoeningen kan in een later stadium de houding van mensen veranderen.

Startstijfheid
Mensen met artrose hebben vaak ook last van startstijfheid. Dat betekent dat ze last hebben van stijfheid, vooral na een periode van rust. Bijvoorbeeld als ze lang in dezelfde houding hebben gezeten. Dan zijn ze stijf als ze weer in beweging komen.

Artrose kan leiden tot pijn en stijfheid en uiteindelijk tot vergroeiingen en verminderd functioneren. Artrose komt voornamelijk voor in de gewrichten van de handen, knieën en heupen.

De oorzaken van artrose zijn grotendeels onbekend. Onder ouderen is artrose de meest voorkomende gewrichtsaandoening. Naar schatting zijn er ook zo’n 25.000 jonge mensen (tussen de 25 en 44 jaar) met deze vorm van reuma. Waarom sommige mensen al zo jong door artrose worden getroffen, is nog onbekend.

Behandeling
Ook is er nog geen behandeling beschikbaar die het beloop van de ziekte kan beïnvloeden of genezen. Klachten kunnen alleen behandeld worden door pijnstillers en fysio- of ergotherapie.

Artrose is niet vast te stellen door bloedonderzoek. Toch zal een behandeld arts vaak wel een bloedonderzoek laten doen. Dit om andere aandoeningen, zoals reumatoïde artritis, jicht of een ijzerstapelingsziekte uit te sluiten.

Verder zal een arts lichamelijk onderzoek doen om een diagnose te kunnen stellen. Hij zal bijvoorbeeld letten op artroseknobbels (noduli van Heberden) aan de vingers.

In sommige gevallen zal een arts röntgenfoto’s laten maken. Daarop kunnen afwijkingen te zien zijn. De ruimte tussen twee boteinden zegt iets over de dikte van het kraakbeen, maar de foto zegt niets over de kwaliteit daarvan. Het is mogelijk dat iemand weinig klachten heeft, terwijl het kraakbeen volledig afgesleten is.

Erfelijke aanleg
Als je artrose hebt in één gewricht, wil dat niet meteen zeggen dat andere gewrichten in de toekomst ook aangetast zullen worden. Bij een duidelijke oorzaak van artrose, bijvoorbeeld bij een eerdere kniebeschadiging, is de kans groot dat het bij één gewricht blijft. Zonder zo’n duidelijke oorzaak is de kans groter dat de artrose meer gewrichten aantast. Dat is vaak het geval bij iemand met een erfelijke aanleg voor de ziekte.