< >
Facebook Twitter Email

Fysiotherapiepraktijk CG

07-09-2015 Positief effect training tijdens adjuvante chemotherapie borstkanker

Vroegtijdige deelname aan een fysiek trainingsprogramma door vrouwen met borstkanker gedurende
adjuvante chemotherapie levert positieve effecten op ten aanzien van vermindering van lichamelijke
vermoeidheid en verbetering van submaximale cardiorespiratoire fitheid en spierkracht. Op basis van
deze resultaten kan oefening in een vroeg stadium tijdens de behandeling van borstkanker worden
aanbevolen, aldus Noémie Travier (UMC Utrecht) en collega-onderzoekers. Na 36 weken was het effect
niet langer statistisch significant. Dit kan veroorzaakt zijn door een hoog bewegingsniveau in de
controlegroep.
Fysieke training startend kort na de diagnose borstkanker kunnen vermoeidheidsklachten voorkomen
of verminderen. Deze studie, Physical Activity during Cancer Treatment (PACT), werd ontworpen om
de effecten van een 18 weken durende trainingsinterventie te onderzoeken. Het trainingsprogramma
werd aangeboden in de dagelijkse klinische praktijk aan patiënten binnen 6 weken na de diagnose
primair gericht op het voorkomen van een toename van vermoeidheidsklachten.
Opzet studie
Deze multi-center gecontroleerde studie werd willekeurig toegewezen aan 204 patiënten met
borstkanker die de gebruikelijke zorg ontvingen (n = 102) of onder begeleiding van een fysiotherapeut
deelnamen aan een fysiek trainingsprogramma gericht op verbetering van uithoudingsvermogen en
spierkracht (n = 102). Door de opzet van de studie kregen alle patiënten in elk geval een deel van de
chemotherapie tussen het startmoment van de studie en na 18 weken. Vermoeidheid, kwaliteit van
leven, angst, depressie en lichamelijke conditie werden gemeten bij 18 en 36 weken.
Uit de analyses bleek dat de lichamelijke vermoeidheid aanzienlijk minder steeg tijdens de
kankerbehandeling in de interventiegroep vergeleken met de controlegroep (gemiddeld verschil tussen
de groepen na 18 weken: -1,3; 95% BI -2,5 tot -0,1; effectomvang -0,30). De uitkomsten voor algemene
vermoeidheid waren vergelijkbaar, maar niet statistisch significant (-1,0, 95% BI -2,1 tot 0,1,
effectomvang -0,23).
Na 18 weken waren de submaximale cardiorespiratoire fitheid en spierkracht significant hoger in de
interventiegroep vergeleken met de controlegroep, terwijl de zuurstofopnamepiek niet verschilde
tussen beide groepen. Na 36 weken waren deze verschillen niet meer statistisch significant. De
resultaten voor levenskwaliteit pakten gunstig uit voor de oefengroep, maar was niet significant
verschillend tussen de groepen.
Conclusie en aanbeveling
Noémie Travier en collega-onderzoekers komen tot de conclusie dat een gecontroleerd 18-weeks
trainingsprogramma, dat vroegtijdig wordt aangeboden tijdens reguliere adjuvante chemotherapie van
patiënten met borstkanker, positieve effecten laat zien op lichamelijke vermoeidheid, submaximale
cardiorespiratoire fitheid en spierkracht. Fysieke training kan dus in een vroeg stadium van de
behandeling van borstkanker worden aanbevolen. Na 36 weken waren de geconstateerde effecten niet
langer statistisch significant. Dit kan volgens de onderzoekers veroorzaakt zijn door een hoog
bewegingsniveau van de deelnemers in de controlegroep .